‘Wanneer de enige man waarbij je je in het leven veilig zou moeten voelen, je het meest pijn doet.’
Hier zit ik dan, midden in de nacht, onrustig in mijn hoofd en niet kunnen slapen, denkend aan afgelopen week, hoe het vorige week even misging en ik even opgenomen werd om bij te komen, zodat ik er daarna weer tegen aan zou kunnen komen en vandaag met ontslag zou gaan. Maar hier zit ik dan, midden in de nacht, op de gesloten afdeling.
We gaan even een paar dagen terug, naar dinsdag. Dinsdag was best een mooie dag, lekker weertje, ook al was ik redelijk duf die dag, voelde ik me goed, keek uit om weer naar huis te gaan. Het werd avond en laat, laatste sigaretje roken voordat het balkon dicht gaat en je naar je kamer gestuurd wordt. Ik zie een beweging rechts in mijn ooghoek, ik kijk en zie een man staan, ik knijp mijn ogen samen om even goed te kijken of het echt de persoon is wie ik denk dat het is. De paniek borrelt op, het is inderdaad de persoon die ik dacht te zien, verstijfd blijf ik naar hem staren en hij staart terug, tot het moment dat ik me weer durf te verroeren, ik ga naar binnen, zo snel als ik kan, de verpleging ziet dat er wat aan de hand is en start een gesprek, ik leg het uit, voel me niet meer veilig op de plek, verpleging legt uit dat hij niet in staat is de afdeling op te komen, het hele ziekenhuis is afgesloten. Nog steeds ben ik niet gerustgesteld, maar met wat extra medicatie en een paar koppen thee lukt het me toch in slaap te komen.
Woensdag word ik wakker en het eerste waar ik aan denk is de vorige avond, waarin de paniek weer toeneemt, want overdag is alles open en kan hij op allerlei manieren binnenkomen. Verpleging geeft aan dat ze niet veel kunnen betekenen, alleen dat ze hem kunnen weigeren de afdeling op te komen. Mijn paniek groeit, ik moet hier weg en pak mijn spullen, waarheen? Geen idee, ik vind wel een plek. Verpleging haalt me over om op het gesprek met de arts te wachten. Het gesprek met de arts verloopt stroef, ze willen afspraken maken zodat ik op de afdeling blijf, ik wil weg, geef dat duidelijk aan en ga het gesprek uit. Ik pak mijn spullen in, lever de kamersleutel in en wil naar buiten lopen, blijkt de deur op slot te zitten, ze konden mij in deze toestand en in deze angst niet naar buiten laten. Ik raak nog meer in paniek, waar ik niks mee kan, mijn optie is van mij afgenomen. Mijn gedachten beginnen irrationeel te worden, ik moet dood, ik kan het niet meer aan om jarenlang te moeten lijden door mijn vader, in angst te moeten leven voor hem. De dienstdoende arts wordt ingelicht, weer een gesprek en weer wordt de deur niet voor mij opengemaakt, sterker nog, ik krijg een inbewaringstelling, ik mag sowieso de afdeling niet meer verlaten. De paniek groeit en groeit, ik besluit dan maar een eind aan mijn leven te maken op de afdeling. Ik ga naar mijn kamer en schrijf de brieven naar mensen die ik wat te zeggen had, mijn plan uitvoeren werkt niet, de verpleging kwam onverwacht mijn kamer op en toen ze eenmaal doorhadden wat ik van plan was, lieten ze me niet meer alleen op mijn kamer en werd er uiteindelijk besloten dat ik direct naar de gesloten afdeling ga, in plaats van de volgende dag. Omdat ze me niet vertrouwen, word ik in de separeer geplaatst en word ik volgepompt met medicijnen zodat ik kalmeer en kan slapen. Vanmiddag om half vier uit de separeer gemogen, maar ik moest wel op de gesloten afdeling blijven, wat ik dit keer niet eens erg vind, Hij heeft me weer in zijn macht, een simpele wandeling door het ziekenhuis levert me al een paniekaanval en herbelevingen op, bang dat ik hem ergens tegen zou . Vervolgens mijn spullen ophalen van de open afdeling, waaronder de brief die ik naar mijn vader geschreven heb. Die ga ik hier plaatsen, zonder naam en foto’s dit keer, zodat ik niet weer aangeklaagd kan worden voor smaad en laster.
‘Deze brief is voor jou papa, al zou ik je liever de zaaddonor of de verwekker noemen, want meer dan dat ben je niet meer voor mij. Al vanaf het moment dat ik geboren werd veroorzaakte je problemen, je was nergens goed in, behalve mijn leven verpesten, mama en mij mishandelen en zuipen. Nu 22 jaar later en nog steeds heb je mij in je macht, weet je mijn angst te triggeren. Weet je hoe godverdomme blij je met mij zou moeten zijn? Ik was je enige dochter die na elke teleurstelling, vernedering en gekwetstheid je weer nieuwe kansen gaf. Gaf ja, want mijn begrip en verdraagzaamheid is op. Ik werd ouder en zag wat je constant aanrichtte, lieve vrouwen die je kapot gemaakt hebt, die je hebt achtergelaten met duizenden euro’s schuld, waarvan je hun zelfrespect hebt vernietigd.
Maar toen gebeurde er iets wat jij nooit zag aankomen. Je slachtoffers vonden elkaar en vormden een front tegen jou, de man die alleen maar kan vernietigen. Je bent bang, ik kan het merken, je doet dingen uit wanhoop, zoals de aangifte tegen mij, daarmee probeerde je de controle weer terug te krijgen, maar daarmee tekenende je je eigen doodvonnis, want al jouw slachtoffers kwamen in opstand en ineens loopt er een strafzaak tegen jou, met genoeg verklaringen om je voor langere tijd achter de tralies te doen verdwijnen. Nog meer paniek natuurlijk, zou jij, de almachtigste, de God, zoals je jezelf noemde en voelde na 25 jaar oplichterij, huiselijk geweld, mensenhandel en gedwongen prostitutie er toch niet mee wegkomen? Je begint je dingen af te vragen, heb ik ergens een steekje laten vallen? Zijn mensen erachter gekomen dat alles wat ik verteld heb gelogen is. Je wordt nog wanhopiger en weet niet meer wat je moet doen. Je maakt een keuze, je dochter, ja diegene die altijd weer de deur voor je openmaakte, die getraumatiseerd is door alles wat jij haar aangedaan hebt, laten we die eens opzoeken, maar ik was niet thuis. Hoelang heb je daar gestaan totdat je me zag arriveren en weer vertrekken? Wanneer besloot je om me achterna te rijden? Wanneer besloot je om ‘s avonds op een plek te gaan staan waar ik je geheid zou zien en ik bang zou worden?
Ik zal waarschijnlijk nooit antwoorden krijgen op deze vragen. Ik weet alleen dat er een zaak tegen hem komt, wat er nu ook gebeurd, hoe zielig of agressief die ook gaat doen, voor al zijn slachtoffers komt er gerechtigdheid. En voor mij? Voor mij is het belangrijk om in kleine stapjes met die angst om te gaan, wandelen met de verpleging, steeds een stukje verder, stappen ondernemen mbt tot een contactverbod of iets dergelijks. En bijkomen, aansterken.